skors

Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
skors
geskors
volledig

Werkwoord

skors

  1. overgankelijk schorsen

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • skors

Zelfstandig naamwoord

skors

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van sko
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.