sleuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleuren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sleu·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1539 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sleuren
sleurde
gesleurd
zwak -d volledig

Werkwoord

sleuren

  1. overgankelijk moeizaam of gewelddadig (mee)slepen.
    • De trein sleurde de vrachtwagen honderden meters over het spoor. 
     Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • sleurhut, sleurmaaltijd, sleurteam, sleurwerk

Gangbaarheid

  • Het woord sleuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.