sleutelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleutelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sleu·tel·de

Werkwoord

vervoeging van
sleutelen

sleutelde

  1. enkelvoud verleden tijd van sleutelen
    • Ik sleutelde. 
    • Jij sleutelde. 
    • Hij, zij, het sleutelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord sleutelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.