sleutelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleutelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sleu·telt

Werkwoord

vervoeging van
sleutelen

sleutelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
    • Jij sleutelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sleutelen
    • Hij sleutelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sleutelen
    • Sleutelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord sleutelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.