sliepten uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sliepten uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsliptə(n) ˈœyt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sliep·ten uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitsliepen

sliepten (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitsliepen
    • Wij sliepten uit. 
    • Jullie sliepten uit. 
    • Zij sliepten uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord sliepten uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.