slieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slieren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slie·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slieren
slierde
geslierd
zwak -d volledig

Werkwoord

slieren [2]

  1. doelloos ergens ronddolen, kronkelen of rondlopen
  2. slepend, glijdend voortbewegen of dansen
Afgeleide begrippen
  • uitslieren
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

deslierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slier

Gangbaarheid

  • Het woord slieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.