slikt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slikt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slikt

Werkwoord

vervoeging van
slikken

slikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slikken
    • Jij slikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van slikken
    • Hij slikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van slikken
    • Slikt! 

Gangbaarheid

  • Het woord slikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.