slook

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slook    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slook

Werkwoord

vervoeging van
sluiken

slook

  1. enkelvoud verleden tijd van sluiken
    • Ik slook. 
    • Jij slook. 
    • Hij, zij, het slook. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.