sluiken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sluiken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slui·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sluiken
slook
gesloken
klasse 2 volledig

Werkwoord

sluiken

  1. inergatief (verouderd) ongemerkt, kruipend iets verrichten
    • ...dat soeter smaekt in 't sluiken en verbergen[1]. 
  2. overgankelijk (verouderd) smokkelen
    • Brandewijn sluiken. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'sluiken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Vondel
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.