slorden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slorden    (hulp, bestand)
  • IPA: /slɔrdə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • slor·den
Woordherkomst en -opbouw
  •  slord zn  met de uitgang -en

Zelfstandig naamwoord

deslordenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slord
      Ick gae beginnen dan van 't çiersel en gewaet,
    Op dat een Dochter leer' wat wel of qualijck staet.
    Voor al so moet haer lijf op 't netst' gehavent worden;
    Die meer sien na het huys, als 't lijf, zijn rechte slorden.
    [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'slorden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Johan van Heemskerck
    “Pvb. Ovidii Nasonis minne-kunst, gepast op d'Amsterdamsche vryagien: met noch andere minne-dichten ende mengel-dichten, alle nieu ende te voren niet gesien.” (1622), Dirck Pietersz. Voskuyl, Amsterdam, p. 100
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.