sluimerend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sluimerend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slui·me·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen sluimerendsluimerendersluimerendst
verbogen sluimerendesluimerenderesluimerendste
partitief sluimerendssluimerenders-

Bijvoeglijk naamwoord

sluimerend

  1. (nog) niet openbaar, (nog) niet manifest, (nog) verborgen
    • Anne Fontaine vertelt dit verhaal zonder overdadig effectbejag. Zij behandelt alle obstakels - taalproblemen (de verpleegster spreekt geen woord Pools), het taboe over de zwangerschap van de nonnen en het sluimerend antisemitisme - keurig stuk voor stuk. Haar film maakt een te brave indruk, wat gezien de materie een merkwaardige keuze is. [1] 
    • ,,Gemiddeld heeft 20 tot 25 procent een sluimerend gevoel om eens te vertrekken. Maar mensen voelden zich lang beducht om de stap te zetten. Nu hebben ze meer vertrouwen in de economie.” [2] 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van: sluimeren
verbogen vorm: sluimerende

sluimerend

  1. onvoltooid deelwoord van sluimeren

Gangbaarheid

  • Het woord sluimerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.