smikkel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smikkel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • smik·kel

Werkwoord

vervoeging van
smikkelen

smikkel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smikkelen
    • Ik smikkel. 
  2. gebiedende wijs van smikkelen
    • Smikkel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smikkelen
    • Smikkel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord smikkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.