smookte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smookte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • smook·te

Werkwoord

vervoeging van
smoken

smookte

  1. enkelvoud verleden tijd van smoken
    • Ik smookte. 
    • Jij smookte. 
    • Hij, zij, het smookte. 

Gangbaarheid

  • Het woord smookte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.