snabbelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snabbelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snabĀ·belt

Werkwoord

vervoeging van
snabbelen

snabbelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snabbelen
    • Jij snabbelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snabbelen
    • Hij snabbelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snabbelen
    • Snabbelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord snabbelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.