sneed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sneed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sneed

Werkwoord

vervoeging van
snijden

sneed

  1. enkelvoud verleden tijd van snijden
    • Ik sneed. 
    • Jij sneed. 
    • Hij, zij, het sneed. 

Gangbaarheid

  • Het woord sneed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.