snoepreisje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoepreisje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snoep·reis·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘plezierreisje buiten de vakantie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1710 [1]

Zelfstandig naamwoord

hetsnoepreisjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snoepreis

Gangbaarheid

  • Het woord snoepreisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.