snoerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snoerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snoer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snoeren |
snoerde
- enkelvoud verleden tijd van snoeren
- Ik snoerde.
- Jij snoerde.
- Hij, zij, het snoerde.
- Ik snoerde.
Gangbaarheid
- Het woord snoerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.