snotkokers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snotkokers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsnɔtkokərs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- snot·ko·kers
Woordherkomst en -opbouw
- snotkoker met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de snotkokers mv
Gangbaarheid
- Het woord 'snotkokers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Levensgang: roman uit de diamantwerkerswereld.”, 5e druk (1908), L.J. Veen, Amsterdam, p. 17
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.