snuitte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snuitte af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnot ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • snuit·te af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afsnuiten

snuitte (…) af

  1. enkelvoud verleden tijd van afsnuiten
    • Ik snuitte af. 
    • Jij snuitte af. 
    • Hij, zij, het snuitte af. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'snuitte af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.