snurkend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snurkend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnʏrkənt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • snur·kend

Werkwoord

vervoeging van: snurken
verbogen vorm: snurkende

snurkend

  1. onvoltooid deelwoord van snurken
stellend
onverbogen snurkend
verbogen snurkende
partitief snurkends

Bijvoeglijk naamwoord

snurkend

  1. bezig met snurken
    • In de slaapkamer zijn twee bedsteeën te vinden die je met een gordijntje kunt afsluiten. Ook is de kamer donker en volledig geluidsdicht (je eventueel snurkende buurman niet meegerekend). [1] 
    • Ik schijn ook intens hard te snurken.
      Daarvan deelt ze bewijsmateriaal; een geluidsopname die Erik maakte van zijn snurkende verloofde. Roxeannes conclusie luidt dan ook: "Ik vind eigenlijk dat de mannen van zwangere vrouwen het veel zwaarder hebben." [2]
       
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord snurkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tubantia B. Kerstens 10 januari 2017 Tukje doen op kantoor? In Amsterdam kan het
  2. Tubantia S. Borgdorff 12 maart 2018 Roxeanne: Mannen van zwangere vrouwen hebben het zwaarder
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.