soffhörn
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ²sɔf.hœːɳ /
Woordafbreking
- soff·hörn
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden soffa en hörn met verval van de 'a'
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
soffhörns | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | soffhörn | soffhörnet | soffhörn | soffhörnen |
genitief | soffhörns | soffhörnets | soffhörns | soffhörnens |
Zelfstandig naamwoord
soffhörn, o
- (meubel): een hoek van een sofa waarin je kan zitten
- (meubel): een bereik van de woonkamer waar de sofa staat
Synoniemen
- söffhörna
Verwante begrippen
- hörnsoffa
Zelfstandig naamwoord
soffhörn
- nominatief onbepaald onzijdig meervoud van soffhörn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.