soit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • soit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: het zij zo!’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • van het Frans [2]

Tussenwerpsel

soit

  1. het zij zo

Gangbaarheid

  • Het woord soit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  soit    (hulp, bestand)
  • IPA: /swa/

Werkwoord

vervoeging van
être

soit

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van être
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.