sokken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sokken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɔkən/
Woordafbreking
  • sok·ken

Zelfstandig naamwoord

desokkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sok
     Om te voorkomen dat ik blaren zou krijgen had ik een dubbele laag sokken aangedaan (Darn Tough en Injinji teensokken).[1]

Gangbaarheid

  • Het woord sokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.