soldeerijzers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soldeerijzers    (hulp, bestand)
  • IPA: /sɔlˈderɛizərs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • sol·deer·ij·zers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

desoldeerijzersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord soldeerijzer
      De jongen stak de soldeerijzers in het kolenvuur, bleek rose getint in het volle daglicht.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'soldeerijzers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Zola, E. (vert. Schwencke, J.J.)
    “De kroeg”, 5e druk (1938), Graauw, Amsterdam, p. 123
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.