span voor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  span voor    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspɑn ˈvor/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • span voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorspannen

span (…) voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspannen
    • Ik span voor. 
  2. gebiedende wijs van voorspannen
    • Span voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspannen
    • Span je voor? 

Gangbaarheid

  • Het woord span voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.