spartelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spartelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spar·te·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met armen en benen heen en weer slaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spartelen
spartelde
gesparteld
zwak -d volledig

Werkwoord

spartelen

  1. inergatief wilde bewegingen maken met armen en benen, gewoonlijk om zich ergens van te bevrijden
    • De gevangen vis spartelde nog wat aan de haak, maar gaf snel de strijd op. 

Gangbaarheid

  • Het woord spartelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.