speelbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speel·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van spelen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen speelbaarspeelbaarderspeelbaarst
verbogen speelbarespeelbaarderespeelbaarste
partitief speelbaarsspeelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

speelbaar [1]

  1. geschikt om (mee) gespeeld te worden
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • speelbaarheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord speelbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.