speels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speels    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speels
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen speelsspeelserspeelst
verbogen speelsespeelserespeelste
partitief speelsspeelsers-

Bijvoeglijk naamwoord

speels

  1. als iets of iemand die graag speelt
    • Hij was nog te speels om al naar school te gaan. 
  2. ongedwongen, met weinig moeite
    • Hij gaf op een speelse manier les. 

Gangbaarheid

  • Het woord speels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.