spijker aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spijker aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spijĀ·ker aan
Woordherkomst en -opbouw

uit spijker (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
aanspijkeren

spijker (...) aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspijkeren
    • Ik spijker aan. 
  2. gebiedende wijs van aanspijkeren
    • Spijker aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanspijkeren
    • Spijker je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'spijker aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.