spijkert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spijkert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spijĀ·kert

Werkwoord

vervoeging van
spijkeren

spijkert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijkeren
    • Jij spijkert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spijkeren
    • Hij spijkert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spijkeren
    • Spijkert! 

Gangbaarheid

  • Het woord spijkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.