spikkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spikkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spik·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
spikkelen

spikkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van spikkelen
    • Ik spikkelde. 
    • Jij spikkelde. 
    • Hij, zij, het spikkelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord spikkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.