spikkelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spikkelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spik·ke·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

spikkelen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spikkelen
spikkelde
gespikkeld
zwak -d volledig
  1. voorzien van kleine vlekjes (spikkels)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spikkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.