spikkelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spikkelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spik·kelt

Werkwoord

vervoeging van
spikkelen

spikkelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spikkelen
    • Jij spikkelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spikkelen
    • Hij spikkelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spikkelen
    • Spikkelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord spikkelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.