spogen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spogen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spo·gen

Werkwoord

vervoeging van
spugen

spogen

  1. meervoud verleden tijd van spugen
    • Wij spogen. 
    • Jullie spogen. 
    • Zij spogen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord spogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.