sprenkelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sprenkelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spren·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het verouderde sprenkel (uitgestrooid deeltje) met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sprenkelen
sprenkelde
gesprenkeld
zwak -d volledig

Werkwoord

sprenkelen

  1. overgankelijk een vloeistof of poeder losjes over iets verspreiden
    • Het bloed van het offer werd over het altaar gesprenkeld. 

Gangbaarheid

  • Het woord sprenkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.