spurts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spurts    (hulp, bestand)
  • IPA: /spʏrts/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • spurts
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

despurtsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord spurts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Werkwoord

Werkwoord

spurts

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van (to) spurt

Zelfstandig naamwoord

spurts mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spurt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.