stammer

Deens

Woordafbreking
  • stam·mer

Werkwoord

stammer

  1. tegenwoordige tijd van stamme

Zelfstandig naamwoord

stammer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stam


Noors

Woordafbreking
  • stam·mer
Naar frequentie 5104

Werkwoord

stammer

  1. tegenwoordige tijd van stamme

Zelfstandig naamwoord

stammer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stam

Zelfstandig naamwoord

stammer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stamme


Nynorsk

Woordafbreking
  • stam·mer

Zelfstandig naamwoord

stammer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van stamme
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.