stapelen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stapelen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·pe·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stapelen |
stapelde |
gestapeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stapelen
- overgankelijk boven op elkaar leggen
- Het hout werd keurig gestapeld.
Gangbaarheid
- Het woord stapelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stapelen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.