stapelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stapelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sta·pelt

Werkwoord

vervoeging van
stapelen

stapelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stapelen
    • Jij stapelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stapelen
    • Hij stapelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stapelen
    • Stapelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord stapelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.