starren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  starren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstɑrə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • star·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

starren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
starren
starde
gestard
zwak -d volledig
  1. strak met de ogen ergens naar kijken

Zelfstandig naamwoord

destarrenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord star

Gangbaarheid

  • Het woord 'starren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  starren    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • star·ren
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
starren
starrte
(hat) gestarrt
zwak volledig

Werkwoord

starren

  1. onovergankelijk  staren ww , strak kijken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.