statten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  statten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stat·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
statten
statte
gestat
zwak -t volledig

Werkwoord

statten

  1. inergatief de stad ingaan om er te gaan winkelen of er anderszins aangenaam de tijd door te brengen
    • Zij hebben weer eens lekker gestat. 

Werkwoord

vervoeging van
statten

statten

  1. meervoud verleden tijd van statten
    • Wij statten. 
    • Jullie statten. 
    • Zij statten. 

Gangbaarheid

  • Het woord statten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
18 %van de Nederlanders;
14 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.