stipte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stipte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stip·te
Bijvoeglijk naamwoord
stipte
- verbogen vorm van de stellende trap van stipt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stippen |
stipte
- enkelvoud verleden tijd van stippen
- Ik stipte.
- Jij stipte.
- Hij, zij, het stipte.
- Ik stipte.
Gangbaarheid
- Het woord stipte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.