stipuleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stipuleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sti·pu·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
stipuleren

stipuleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van stipuleren
    • Ik stipuleerde. 
    • Jij stipuleerde. 
    • Hij, zij, het stipuleerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord stipuleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.