stipuleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stipuleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sti·pu·leert

Werkwoord

vervoeging van
stipuleren

stipuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stipuleren
    • Jij stipuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stipuleren
    • Hij stipuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stipuleren
    • Stipuleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord stipuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.