stond tegen

Uitspraak

• Geluid:  stond tegen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stond te·gen

Woordherkomst en -opbouw

• uit stond (werkwoord) en tegen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

stond tegen

1. enkelvoud verleden tijd van tegenstaan
   

   • Ik stond tegen. 
     
   • Jij stond tegen. 
     
   • Hij, zij, het stond tegen. 

Gangbaarheid

• Het woord stond tegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.