strompel voort

Uitspraak

• Geluid:  strompel voort    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• strom·pel voort

Woordherkomst en -opbouw

uit strompel (werkwoord) en voort, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

strompel (...) voort

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortstrompelen
   

   • Ik strompel voort. 

2. gebiedende wijs van voortstrompelen
   

   • Strompel voort! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortstrompelen
   

   • Strompel je voort? 

Gangbaarheid

• Het woord strompel voort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.