substitueer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  substitueer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sub·sti·tu·eer

Werkwoord

vervoeging van
substitueren

substitueer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substitueren
    • Ik substitueer. 
  2. gebiedende wijs van substitueren
    • Substitueer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substitueren
    • Substitueer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord substitueer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.