substitueren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  substitueren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sub·sti·tu·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse substituer met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
substitueren
substitueerde
gesubstitueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

substitueren

  1. overgankelijk vervangen
  2. (scheikunde) (een of meer atomen) in een molecule vervangen door een of meer andere
Synoniemen
  • in de plaats stellen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord substitueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.