suceder

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /su.seˈðeɾ/
Woordafbreking
  • su·ce·der

Werkwoord

suceder

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
suceder
sucedía
sucedido
volledig
  1. onovergankelijk gebeuren, voorvallen, geschieden, plaatshebben
  2. opvolgen, navolgen, volgen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.