suceder
Spaans
Uitspraak
- IPA: /su.seˈðeɾ/
Woordafbreking
- su·ce·der
Werkwoord
suceder
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
suceder |
sucedía |
sucedido |
volledig |
- onovergankelijk gebeuren, voorvallen, geschieden, plaatshebben
- opvolgen, navolgen, volgen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.