sumoworstel

Uitspraak

• Geluid:  sumoworstel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈsumoˌwɔrstəl / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• su·mo·wor·stel

Woordherkomst en -opbouw

•  sumoworstelen ww  zonder de uitgang -en

Werkwoord

sumoworstel

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sumoworstelen
   

   • Ik sumoworstel. 

2. gebiedende wijs van sumoworstelen
   

   • Sumoworstel! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sumoworstelen
   

   • Sumoworstel je? 
   • Het tarief voor niet-leden is 8,50 euro p.p.; Als lid sumoworstel je al voor 6,50 euro p.p. ^[1]

Gangbaarheid

• Het woord 'sumoworstel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen